We keren weer terug naar de Vosges-Mosellanes, maar nu in de nazomer, hopend op een Été Indien/Oudewijvenzomer. In de voorzomer van 2016 hield de AKC hier een kamp. In 2018 hield de BLWG hier een mossen-werkweek, en de NMV (de mycologen) hielden in dit gebied al tweemaal – vanzelfsprekend in de nazomer – een werkweek.
De Vosges Mosellanes, of zo je wilt het Donon-Massief, betreft een vergeten gebied, wellicht ook wel vergeten omdat het misschien wel het grootste aaneengesloten “lege” dunbevolkte gebied is. Bij Vogezen gaan de gedachten als eerste naar het hemelsbreed ± 50 km zuidelijker gelegen, kristallijne massief met de beroemde “Ballons” als hoogste toppen, en een Fransman denkt bij Vosges eerder aan het departement met die naam. Maar er is meer.
Het uitgestrekte Donon-massief, met nog twee toppen die net boven de 1000 m komen, is het noordelijkste deel van de hoge Vogezen. Belangrijker is dat het Donon-Massief ten noord-westen van de vallei van de Bruche ligt. De Bruche-vallei is ook een breuk: hier geen kristallijn gesteente maar bontzandsteen (of zoals de Fransen zeggen gres). Onze standplaats ligt op ± 300 m hoogte, aan de voet van het Donon-Massief. Zo je wilt kan je ook zeggen dat we aan de oostrand van Lotharingen zitten, daar waar de “gres” onder de muschelkalk verdwijnt
.
Op het Lotharings Plateau zie je een afwisseling van graslanden en akkers, hier en daar een kalkgrasland en je als bijzonderheid zilte bronnen en beroemde binnenlandse kwelders ziet. Een zone met loofbos markeert de overgang naar de Vogezen en het Donon-Massief met kenmerkende gemengde naaldbossen met typisch een zilverspar-beukenbos.
De op het eerste gezicht uniforme naaldbossen van het Donon-Massief blijken bij nadere beschouwing een vindplaats voor allerlei zeldzaamheden. Wil je eindelijk de wolfsklauwen eens “allemaal” zien, wil je een degelijke introductie in de wereld van de varens (incl. twee soorten vliesvaren), of wil je Nederlandse ZZ, ZZZ of uitgestorven soorten (of het nu om mossen, korstmossen, hogere planten gaat) in grote getale tegenkomen dan blijkt het Donon-massief ineens heel rijk, en ook opvallend gevarieerd.
Het dikke bontzandsteen pakket is veel minder uniform dat de geologische kaart suggereert, Bontzandsteen staat garant voor een heel gevarieerd reliëf, met bizarre rotspartijen en zelfs een kleine “Grand Canyon”. Hopelijk houden de edelherten zich aan de kalender en hoef je voor het burlen je tent niet uit.
De wolf of de lynx zijn echte bijzonderheden, sporen van de das, vos, boskat, boom- en steenmarter of hermelijn vind je geregeld. En voor de vogelaar is er ook het nodige te beleven, bijvoorbeeld verschillende uilen of 6 soorten spechten. Ben je uitgekeken op de bosvogels dan zijn er altijd nog de meren op het Lotharings Plateau. De kans op kraanvogels is zeker aanwezig. Opmerkelijker is dat je naast de weg enkele tientallen kilometers voor de camping op het Lotharings Plateau ineens binnenlandse kwelders kan zien. Zout-afzettingen zorgen voor een zilte kwel en je vindt plaatselijk complete kweldervegetaties.
De grote verscheidenheid in het Donon-Massief hangt in belangrijke mate samen met de grote klimatologische verschillen. Rond de toppen heerst een bijna sub-alpien klimaat, in de diepe dalen heerst er lokaal een koel Atlantisch klimaat terwijl het basis-klimaat eerder sub-continentaal is.
De Vogezen hebben de naam dat het er altijd regent, dat is evenwel alleen waar rond de toppen, en dat zelfs daar niet altijd. Kijk je naar het klimaatdiagram voor onze standplaats dan is het er gemiddeld warmer en droger dan in De Bilt.
Onze camping, vriendelijke en eenvoudig, ligt beschut naast het dorp Saint-Quirin in de uitlopers van het Donon-Massief. Direct achter de camping begint het bos, wil je de 20 km naar de hoogste top lopen dan kruis je slechts één asfaltweg. Voor wie niet kamperen wil, zijn er op loopafstand in het dorp enkele gîtes en een hotel. Jammer genoeg zijn er in het dorp geen winkels meer. De eerste goede supermarkt ligt op 11 km, bereikbaar via een fietsroute op een oude spoorlijn. In Sarrebourg, de “grote” stad is alles te koop en dat is dan een kleine 20 km fietsen via diezelfde voormalige spoorlijn
.
Met openbaar vervoer is station Sarrebourg het dichtstbij gelegen station. Vandaar af is het 20 km via een fietspad over de oude spoorlijn naar Abreschviller – afslaan bij de halte Vasperviller. Let op de standaard-reisplanner stuurt je via Parijs naar Sarrebourg, de route via Luxembourg is interessanter/goedkoper en biedt de mogelijkheid een fiets mee te nemen.
NB De iets fanatiekere fietser kan ook Saarbrücken als aankomst- of terugreis-station kiezen. Je rijdt dan zo’n 100 km en bijna alles over fraaie vrije fietspaden, over als fietspad ingerichte jaagpaden.
Over de weg is het 560 km vanaf Utrecht.
De peildatum voor deze natuurvakantie is 1 juni 2025.
Het KNNV-inschrijfgeld bedraagt per volwassene € 32,- en voor jongeren € 17,-. De kosten voor de camping zijn voor eigen rekening.
Voor nadere informatie: Marc Schmitz, T: 033-4635735, E: kampeervakanties@knnv.nl